Een koninginnenhapje of vol-au-vent gaat er hier altijd bij iedereen vlotjes in. Ik heb daarvan dan ook altijd een voorraadje in de diepvries zitten. Hoe ik die maak volgens mijn eigen recept lees je hier. Ik maak ineens een grote ketel vol en vries die dan in porties in. Maar ’t is dan natuurlijk altijd wachten tot het goedje ontdooid is.
Daarom probeer ik eens om de vol-au-vent te wecken. En da’s eigenlijk ne meevaller.
Aangezien je geen bloem mag gebruiken als je weckt, ligt de werkwijze net iets anders. Maar het gaat prima. Ik volg precies de werkwijze van mijn originele recept, maar ik werk de roux nog niet af. Die maak ik pas wanneer we het gerechtje gaan eten.

Wat heb je nodig?
4 kippenborsten
– 250g kalfsgehakt
– 1 ei
– 300g champignons
– boter
– kruidentuiltje (tijm, laurier peterseliestengels) Ik haal die altijd vers uit de tuin.
– peterselie
– peper en zout

Voor de saus:
– 50g boter
– 50g bloem
– 1l bouillon (waarin je kip kookte)
– 1 eierdooier
– 1,5dl room
– citroensap
– nootmuskaat

Hoe maak je het?
Breng het water aan de kook met het kruidentuiltje en peper en zout. Leg de kip er in en laat dit afgedekt een uurtje koken tot de kip goed gaar is. Laat afkoelen.
Ontvet de bouillon, snij het vlees in stukjes en bak het kort in wat boter.
Vermeng het gehakt met het ei en kruid met peper en zout. Rol balletjes van het gehakt en kook ze even op in kippenbouillon. Borstel de champignons schoon en snij ze in plakjes. Bak ze daarna kort in hete boter. Nu doe ik het vlees, samen met de bouillon van het vlees en de champignons in steriele weckpotten. Vul de potten tot 2cm onder de rand.  Weck de potten gedurende 2 uur op 100°C.
Haal ze na het wecken meteen uit de ketel en laat ze afkoelen. Nadien bewaar je ze op de gebruikelijke manier tot je ze nodig hebt.

Wanneer je de vol-au-vent gaat eten, maak je de rest van het recept:
Smelt de boter en strooi de bloem er bij. Roer goed glad en laat even meebakken. Leng aan met de ontvette bouillon uit de weckpot en laat op een zacht vuurtje indikken. Blijf voortdurend roeren. Klop  de eierdooiers los met de room. Neem de pan van het vuur en voeg dit roommengsel toe. Goed blijven roeren. Zet terug op het vuur en breng tot tegen het kookpunt. Kruid naar smaak af met citroensap, nootmuskaat, peper en zout.
Voeg de gehaktballetjes, de stukjes kipfilet en de champignons toe. Nog even goed doorwarmen.
Verwarm de pasteitjes in de oven. Vul ze met het vlees en werk af met fijngesnipperde peterselie.

Geniet ervan!