Zin in een likeurtje? Moet kunnen ? Toch?
Ik experimenteerde de afgelopen tijd al wel eens wat met het zelf maken van likeurtjes. Zo maakte ik al eens aardbeienlikeur, maakte ik al eens zelf notenwijn (door sommigen ook wel eens porto genoemd en brouwde ik al eens rabarbello. Da’s een likeurtje, een beetje op dezelfde manier gemaakt als limoncello en geweldig geliefd op de naailes die ik volg. Als ik daarmee trakteer, wordt er gegarandeerd minder genaaid dan anders. Mag ook al eens, hé!
En nu brouw ik dus voor het eerst mijn eigen limoncello. Dat gaat zo:
Wat heb je nodig?
– de zeste van 4 biologische citroenen
– een halve liter alcohol van 96°
– 350g suiker
– een halve liter bronwater
Hoe maak je het?
Haal de zeste van de citroenen. Dit is de schil zonder het wit. Doe deze zeste in een ruime glazen bokaal en doe er de pure alcohol bij. Sluit de pot goed af en bewaar hem op een donkere koele plek. Schud dagelijks even met de pot, zodat alles zich goed mengt. Na 14 dagen mag je de inhoud van de pot zeven.
Warm het water op en los daarin de suiker op. Laat dit mengsel goed afkoelen. Daarna giet je het bij de gezeefde alcohol en roer goed. Laat dit gedurende 14 dagen rusten op een koele donkere plek. Daarna is de limoncello klaar!
Bewaren op een koele donkere plek.
De citroenen waar ik de zeste vanaf haalde, gooi ik niet weg. Daarmee maak ik een lekkere citroensiroop, waarmee je later zelf citroenlimonade kan maken.
Geniet ervan!