Wat je hier ziet, is nog maar een deel van de appeloogst die we elk jaar in onze tuin hebben. Elk jaar verwerk ik een deel ervan tot appelsap, zodat we een flinke voorraad in huis hebben. In principe hoef je de appels niet te schillen en te ontpitten vooraleer je ze ontsapt, maar ik doe dat wel. Zo kan ik de pulp die na het ontsappen overblijft, nog gebruiken om appelmoes te maken. Op die manier heb je heel weinig verlies.

Wat heb je nodig?
– een weckketel
– ontsapper voor op de weckketel
– steriele flessen
– flink wat appels
– eventueel suiker

Hoe maak je het?
Was de appels grondig. Schil ze, snijd ze in 8 stukken en leg ze in het vergiet van de ontsapper. Doe 6,5 liter water in de weckketel, leg het deksel erop en stel hem in op ‘dauerbetrieb’. Verwarm de ketel voor gedurende een half uur. Zet de ontsapper op de weckketel en leg het deksel er op. Laat de ontsapper nu gedurende 120 minuten zijn gang gaan. Met een pureerstaaf kan je tegen het einde van de tijd nog eens op de appels duwen, zodat je nog meer sap en mals vruchtvlees krijgt. Eventueel kan je nog suiker toevoegen om het appelsap zoeter te maken. Zelf doe ik dat alleen als de appels nogal zuur smaken.
Zorg dat je steriele flessen intussen klaar staan. Doe het hete appelsap door middel van het slangetje aan de ontsapper in de flessen tot een centimeter onder de rand. Sluit de flessen onmiddellijk goed af.
Appelsap gemaakt met de ontsapper hoef je niet meer te wecken.

Van het vruchtvlees dat in de ontsapper achterblijft, kan je nog lekkere appelmoes maken. Mix het vruchtvlees, voeg suiker toe naar smaak en verwarm nog eens goed. Voeg eventueel wat water toe als het vruchtvlees te droog geworden is. Doe de appelmoes in steriele weckpotten en weck deze gedurende 30 minuten op 90°C.